Op wieltjes
Zoals de meeste van jullie wel weten, ben ik geen wandelaar. En toch heb ik dit jaar deelgenomen aan de 4daagse van Nijmegen. 7 jaar geleden ben ik ziek geworden en daardoor voor ‘wandelingen’ gebonden aan een rolstoel. Mijn 4daagse is dus zittend uitgevoerd. Daar gaat dit verhaal dan ook over.
Aanleiding en inleiding
Een jaar geleden stond ik samen met mijn gezin op de Via Gladiola te kijken naar wandelaars die binnen komen. Wachtend op een groepje bekenden. Dit doen we al zo’n 7 jaar samen, sinds ik een relatie heb met Linsey. Elk jaar is het weer 1 groot feest. Deze keer ben ik met Linsey vanaf de kruising waar we zitten te wachten (vaste plek), langs de route richting de finish gerold. We kwamen daar een rolstoeler tegen met een heel eigen en inspirerend verhaal (kom ik later op terug). Ronald is zijn naam. We raakten in gesprek en het vlammetje om zelf ook deel te nemen begon nog harder te branden. Hij deed dit al wat jaartjes en is de man die als eerste over de finish kwam. Ik kreeg nog wat tips van hem wat betreft de rolstoel en uiteindelijk zijn Linsey en ik weer teruggegaan naar de kruising.
Tijdens het afsluitende feestje wat ook jaarlijks terugkomt, hebben we met de wandelaars waar we op zaten te wachten hier over gesproken en werd ik nog eens aangespoord om mee te doen. Net als mijn zoon, Sven, die hier ook al over sprak toen hij nog als jongste deelnemer van 11 mee had kunnen doen. Ik merkte op ‘Als jij volgend jaar loopt, dan doe ik ook mee!’. Wat volgde was begin dit jaar de inschrijving. Op basis van leeftijd kreeg Sven voorrang. Hij mocht in de voorinschrijving mee net als alle deelnemers die al eens een 4daagse hebben voltooid. Ik moest wachten of er nog wat overbleef. In februari mocht ik dan een poging doen. Op kantoor, een 45 minuten voor de inschrijving startte, heb ik de website maar eens geopend. Ik was nummer 8000 (ongeveer) in de wachtrij, waar circa 7500 kaarten beschikbaar waren. Het wachten was begonnen en ik had mazzel! Binnen een uur na de opening waren alle kaarten uitverkocht. Nu moest ik alleen nog een doktersverklaring afgeven voor de rolstoeldispensatie. In mei kon ik het antwoord ontvangen. De commissie van de 4daagse is streng, maar gelukkig mocht ik meedoen in de rolstoel!
‘Nu is het al mei en de 4daagse start halverwege juli. Misschien moet er toch wel eens serieus getraind gaan worden’ dacht ik. De aansporingen van Linsey hielpen daar ook wel in mee. ‘Maar ja, ik rol eenvoudig de wandelingetjes die we samen doen op een zondagje van 10 tot 15 kilometer. Zonder een centje pijn. Dus zal het wel goedkomen’. ‘Het is ook zulke nat weer steeds’. Allemaal excuses en uitstelgedrag. Uiteindelijk heb ik me er in de laatste maand toe gezet om toch maar eens serieuze kilometers te gaan maken. In 2 weken tijd heb ik verschillende rondjes van 30-35 kilometer gerold en tenslotte een rit van 50, want die moest ik ook even voelen. Dat laatste kostte wel wat spierpijn. Maar nu weet ik hoe het voelt, dacht ik…
De 4daagse week
Nu begint het allemaal. Alles wat we voorbereiding kunnen noemen is nu echt voorbij. Het gaat gebeuren. Ik voel toch wel wat spanning. Geen idee wat me allemaal te wachten staat eigenlijk, maar kan haast niet wachten. Eerst op zondag naar ons slaapadres in Heteren bij de tante van Linsey. Met het hele gezin, Bram (de jongste), Sven en Linsey. We logeren daar ongeveer om het huis heen, want er zijn nog meer lopers die daar deze week wonen en de logeerkamer bezetten. Nadat we alle slaapplaatsen (Bram in een tentje in de tuin, Sven in de pianokamer, Linsey voor de deur in een (schoongemaakte en geleende) paardentrailer en ik in de garage naast de wasmachine) hebben klaargemaakt kunnen we even tot rustkomen. Morgen (maandag) gaan we de polsbandjes halen.
We rijden naar de parkeerplaats naast de Hornbach en nemen de pendelbus naar de stad. Even onthouden waar we zijn, want hier moet ik morgen (dinsdag) de auto weer neerzetten, maar dan alleen en in het donker. We stappen uit op een paar honderd meter van de Wedren, het 4daagse start en finish terrein. Het is vrij rustig in tegenstelling tot de zondag. De polsbandjes waren dan ook snel binnen. Na een bakje koffie en een taartje om de festivalsfeer even op te snuiven gaan we weer terug naar tante om er een rustig dagje van te maken. Vroeg naar bed want mijn wekkertje staat op 2.30 uur.
Dag 1 Elst (en kantoor Arnhem)
Om 2.25 uur word ik wakker. Alsof ik het voelde. Rustig aan mijn bedje uit, yoghurtje eten, boterhammetjes, banaantje en bidon pakken en dan richting de Wedren. Ik voel nog wat extra spanningen zodra ik in mijn eentje op de snelweg rij. NU gaat het echt beginnen. In een volle pendelbus, om 3.00 uur, zit ik rustig naar wat geroezemoes van anderen te luisteren. Veelal moeten de mensen nog wakker worden. Aangekomen op de Wedren ga ik op zoek naar de startpoort waar ik moet starten. Rolstoelers starten niet bij de poorten van de wandelaar, maar bij de startpoort voor burgergroepen. Het is nog zo vroeg dat er nog geen rolstoelers bij een poort staan en geen burgergroepen ook. Beetje doelloos rijd ik daar rond en vraag het hier en daar, maar de mensen die ons moeten scannen bij de start schijnen ook niet veel te weten. Uiteindelijk volg in een andere rolstoeler naar de juiste startpoort. Hier verschijnen in totaal 8 stoelers waar ik er 1 van ben. We raken wat in gesprek en Ronald herkent mij en is enthousiast dat ik er ook ben. Om 4.00 uur worden we als eerste gescand en mogen we gaan rijden. We gaan richting de andere 4 startpoorten waar een hele menigte met 50 kilometer lopers ook gelijk start. Ik begreep eerst niet waarom de andere stoelers zo’n sprint namen, ik reed zelf op mijn eigen tempo weg, maar nu ik daar in de drukte terecht kom snap ik het. Ik rol rustig met de menigte mee richting de brug en passeer af en toe een groepje. Ik maak me niet druk en neem alle indrukken in mij op van alle wandelaars en de vroegte en de uitzichten. Over de brug op de dijk krijg ik wat meer ruimte om te passeren en na de dijk rijd ik in een lang gestrekt lint met wandelaars die al ongeveer mijn tempo lopen. Ik raak wat in gesprek hier en daar en rol rustig verder, want straks, over een paar uur, kom ik lang kantoor Arnhem! Gezellig. Om 7.45 uur (ongeveer) kom ik langs kantoor Arnhem en besef me dat de meeste mensen net in de auto zitten richting kantoor of hun tanden nog aan het poetsen zijn. Ik rol rustig verder en kom over een oersaaie dijk. 1 lang recht stuk met erg weinig wandelaars en geen mensen langs de kant. Zelfs geen boom om een sanitaire stop te kunnen maken. Alles gaat gelukkig nog goed. Ik krijg wat berichtjes op mijn telefoon van mensen die mij volgen of alles goed gaat en dat ik zo snel ga. Op 35 kilometer vind ik het toch even tijd om te stoppen. Ik kom een caravan tegen met een goede koffiemachine. Neem even lekker een momentje om te genieten van een goeie bak koffie. Nog 15 kilometer bedenk ik mezelf op dat moment. Niet wetende (slecht voorbereid) dat ik vandaag 52,5 kilometer moet! Ik vervolg mijn weg en uiteindelijk kom ik terug op de route bij de 40 kilometer lopers. Ik kom weer meer mensen tegen. Daar pas kom ik echt in gesprek met mensen. Zo kom ik een meisje (midden 20) tegen die een grote fles ‘43’ in de hand heeft. Dat lijkt me nou niet echt prettig wandelen dus ik ben nieuwsgierig en vraag naar het verhaal daarachter. Schijnt dat ze dit al jaren doet, maar alleen voor de laatste 10 kilometer. De andere 30 kilometer zit ie wel in de tas. ‘De suiker in de likeur geeft me een beetje extra energie en de alcohol geeft net dat prikkeltje om alles nog leuker te maken’. De fles is gedecoreerd en er staan strepen op. ‘Voor elke dag een kwart fles’ zegt ze. ‘Ze worden ook afgevinkt op de fles of het gehaald is’. Na wat gezellig gebabbel over hoe het verder gaat en hoeveelste keer dit is, rol ik weer verder op mijn eigen tempo. Even verderop is de Waalbrug. De stad weer in. De laatste meters. Ik ben ook wel blij dat het bijna zover is, had tenslotte al in gedachte dat ik er wel een keer zou zijn. 1 blik op mijn telefoon en dan zie ik dat het dus 52,5 kilometer is. Diepe zucht… Alles doet ondertussen pijn. Ik krijg nog wat aanmoediging aan het begin van de waalbrug. Die gaat natuurlijk eerst omhoog. Men zegt ‘Gelukkig voor je gaat ie straks weer naar beneden’, ‘Je bent zo op de helft, nog maar een stukje’. Ze zien mij afzien. Halverwege de brug lijkt het alsof ik nog steeds omhoog moet rijden, wat ook zo is! De brug daalt helemaal niet. Pas een eindje na de brug daalt het langzaam na de Wedren. Ik wil me direct afmelden en een biertje halen, maar ben 20 minuten te vroeg. Om 12.00 uur mag je pas afmelden. Het was een zwaar eind, maar blijkbaar was ik ook best snel. Ik kom nog wat stoelers tegen en we maken een babbeltje over hoe ik het vond aangezien het mijn eerste is. Zij hadden ook een zware dag gehad, de wind stond de hele dag tegen. Ik krijg gelijk ook berichtjes van mijn zoon en vriendin dat ze er bijna zijn en of ik wil wachten. Ik bestel even later een biertje en raak ik gesprek met een Amsterdammer die in Den Helder woont. Hij vertelt mij dat hij mij had gezien onderweg. Ik was opgestaan uit de stoel om even een plasje te doen en hij had mensen horen zeggen dat ik ‘nu ineens wel kon lopen’. Dat was hem blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten en hij had mij als rolstoeler daarin verdedigd. Erg aardig van hem. Op dat moment komt ook Martine van Manen binnen. Zij herkent mij direct, ik moet even goed kijken. Ze schuift ook aan en we praten nog even kort samen. Niet veel later komen Sven en Linsey ook aansluiten. Alle verhalen komen los van wat zij onderweg meegemaakt hadden.
Dag 2 Wijchen
Na de avond ervoor nog een massage in mijn arm te hebben gehad, 2 paracetamol en 2 ibuprofen, denk ik er weer tegen te kunnen. Ik heb nog steeds zere armen, maar ja, ‘als pijn fijn is, heb je de week van je leven’. Dat is althans het motto wat ik van de huisgenoten heb ontvangen. Doorbijten en niet zeiken dus. We starten vandaag de andere kant op. We gaan eerst Nijmegen in. Lekker, want de 4 startpoorten met lopers starten dus achter ons. Maar eerst een indrukwekkende minuut stilte. Vandaag wordt de ramp met de MH17 herdacht. Na de stilte scan ik weer als 1 van de eerste en rol rustig over het parcours. Bijna een uur lang gaat het vals plat naar beneden. Ik zit dan ook snel achter de ervaren stoelers en de safety car. De eerste 1.15 uur rijd ik met hun mee. Ik zie dat de snelste man van het stel, Ronald, met alle lol van de wereld zijn rit maakt en lachend, pratend en slingerend de safety car volgt. Na die 1.15 uur gaan we een brug op. Die is stijl genoeg om op achterstand te komen. Even verderop gaan we ook een bos in. Een zandpad met (gelukkig) een fietspad ernaast. De natuur is hier mooi. Langzaamaan word ik ingehaald door snellere lopers. Ik heb dan ook wat moeite met de ondergrond en kan mijn tempo van het begin ook zeker niet volhouden. De pijntjes zijn ook steeds meer aanwezig en ik ben vooral met mijzelf bezig. De extra lus van de 50 kilometer is weer oersaai. Geen mens langs de kant te zien. Ik doe maar even mijn oordopjes in met een muziekje om hierdoor te komen. Het dijkje waar we langs rijden is grauw en het begint te regenen. Wat een tegenvaller. Het is net genoeg regen om nat te worden. Ik stop even bij een restaurantje en neem een kopje warme tomatensoep. Daarna komt een enorme betonfabriek en rustig aan weer wat bewoonde wereld. Gelukkig is het 4 kilometer korter dan gisteren heb ik steeds maar in mijn achterhoofd. Na de extra 10 kilometer zijn er gelukkig weer mensen op het parcours en langs de kant van de weg. Dit geeft weer energie en afleiding. Ineens hoor ik mijn naam in een bocht en zie ik daar Hans, Hans, Sigurd en Youri staan. Ik zag al dat ze me fanatiek volgde, maar dit had ik niet verwacht. Wat een leuke verrassing. Ze stonden al even te wachten en zagen me in de app niet bewegen zeiden ze. Dat kon wel kloppen want ik had net daarvoor een korte stop gemaakt om even uit te puffen en een banaantje te eten. Nu mocht ik weer even stoppen. Het laatste stukje krijg ik nog een klein klimmetje heb ik onderweg begrepen dus ik stel me daarop in. Eerst naar beneden langs de Waalkade waar iedereen zich aan het voorbereiden is op de drukte. Foodtrucks, barretjes alles staat klaar om de drukte op te vangen. Ik rol rustig door en krijg aan het eind mijn beloofde klim. Wetend dat dit bijna het einde is duw ik mezelf langzaam naar boven. Alles doet nog steeds pijn. Eindelijk boven mag ik weer langzaam dalen naar de Wedren om me af te melden. Ik kom over de streep en krijg nog even van een lachende Ronald te horen dat ik te laat ben. Het is al 12.00 uur geweest. Ik lach een keer terug, als een boer met kiespijn, en meld me af om 12.08 uur. Daarna pak ik direct de bus terug naar Heteren.
Dag 3 (Groesbeek, de zevenheuvelen)
Ik word weer 3 minuten voor mijn wekker wakker. Dit lijkt een gewoonte te worden. Vol tegenzin in vandaag pak ik mijn spulletjes en maak ik me weer klaar. In de pendelbus beginnen we elkaar te herkennen. ‘Hoe is het gegaan gisteren?’, ‘Wat verwacht je van vandaag?’, ‘Zal wel zwaar worden voor je!?’ zijn de veel gehoorde vragen. ‘Het was zwaar’, ‘Een helletocht’ en ‘Ik ben er ook bang voor, maar voor jullie toch ook!?’ zijn mijn antwoorden. Ik hoor van de andere stoelers aan de start ook dat de heuvels zwaar zijn en dat ze er niet per se zin in hebben. Behalve Ronald. Die vindt het alleen maar leuk. Dit is voor hem pas de uitdaging, klimmen. We gaan weer dezelfde kant op als gisteren en ik vind een rustig tempo. Ook nu zijn er om 4.00 uur weer mensen langs de kant die je aanmoedigen. En ze zijn niet allemaal dronken en rond de 20 jaar. Deze keer kom ik niet achter de safety car, maar kan hem op zo’n 50 meter net volgen het eerste uur. Ik heb besloten iets vaker te stoppen. Die heuvels blijven maar in mijn achterhoofd zitten. Opvallend genoeg heb ik veel minder last van mijn armen en schouders dan de eerste 2 dagen. Die paracetamollen en ibu’s van vanochtend doen het goed! De route is leuk. Een hoop gezelligheid langs de kant. Ik krijg er een hoop energie van. De tijd en de kilometers lijken ook voorbij te vliegen. Aan het eind van een dorpje, ik weet niet meer welk, hoor ik mijn naam weer. Hier staat een oud klasgenoot van de MBO die in de buurt woont. Hij had al geappt dat ie me op zou zoeken en 2 frikandellen voor me zou regelen (inside joke van de MBO (20 jaar geleden!)). Die lust ik op dat moment wel en met een klodder mayo verdwijnen deze als sneeuw voor de zon. Een kort babbeltje en bedankje voor de ‘dellen’ en weer door. Voor ik het weet begint het eerste klimmetje, nog voor Groesbeek. Hier heb ik me op ingesteld en vol goede moed rol ik naar boven. Er zit een venijnige bocht in, maar het gaat eigenlijk heel soepel. Trots als ik ben kom ik boven en bedenk met dan dat als dit het is, er nog wel 12 heuvels mogen komen. Het voelde wel lekker! Rondom halen verschillende wandelaars me in natuurlijk maar dat deert niet. Nu gaan we naar beneden! Slalommend ga ik tussen de wandelaars door. Gelukkig is het nog niet zo druk. Ik haal meer wandelaar in dan mij in hebben gehaald. De volgende heuvel op word ik door die laatste groep ingehaald en naar beneden gebeurt weer hetzelfde. Zo kom ik elke keer andere mensen tegen. Ik krijg hulp aangeboden, applaus, moed ingesproken op de heuvels en vooral veel respect van alle wandelaars en van de toeschouwers. Het geeft energie en met een glimlach om mijn mond duw ik door. Op 1 heuvel moet ik even stoppen. Deze is behoorlijk steil. Het is best zweten dit en moet mijn ogen even schoonvegen. Klein slokje water en weer door. Dit is echt de mooiste dag van de week. Wat een plezier van al die mensen langs de kant en op de weg. 1 groot feest van begin tot einde. Het is 12.01 als ik bij de afmeldpost kom. Daar staan een paar ander stoelers om af te melden die mijn mening delen. Het was een mooie dag. Ik wacht de middag op Linsey en Sven. Heb vast een biertje besteld en raak weer in gesprek met verschillende andere wandelaars. Even later komt ook de rest van ons gezelschap binnen en we verplaatsen ons richting een andere biertafel om ze binnen te kunnen zien komen. Daar delen we onze verhalen en zijn het er over eens dat dit een mooie dag was. Ondertussen krijgen we bericht per mail dat we vrijdag 10 kilometer minder moeten! Dat voelt als een domper. Ik moet de route van de 40 kilometer rijden. Dit is uiteindelijk nog 42,5 dus dan valt het nog mee. Daarna ga ik terug naar de kruising om de rest op te vangen, nog eens 2,5 kilometer. Voor mij slechts 5 kilometer minder, zo voelt het.
Dag 4 (Cuijk en de Via Gladiola)
Vandaag brengt mijn schoonzusje me naar de pendelbus. Die moet dus ook vroeg wakker worden. De hele week staat ze al ’s ochtends (of eigenlijk ’s nachts) naast me om te vragen of ze kan helpen. Nu ligt ze nog te snurken. Zachtjes maak ik haar wakker. Ze komt gelijk overeind om me weg te brengen. Ik pak mijn bidon met een dextro-tabletje, boterhammetjes en mijn banaantje weer en we gaan. In de pendelbus wensen we elkaar succes vandaag voor de laatste keer en zijn we toch stiekem een klein beetje teleurgesteld dat het 10 km minder is. Al moet ik er dan niet meer per se aan denken om die 10 kilometer alsnog te doen. We gaan van start en het lijkt allemaal weer 1 groot feest. Er staan aan de start verschillende dronken, juichende feestvierders om ons op gang te helpen. Ik begin vol goede moed en heb een lekker tempo te pakken. Onderweg valt mij op dat nog niet iedereen wakker is voor de wandelaars. Dat is natuurlijk niet zo gek aangezien wij eigenlijk 10 kilometer om hadden moeten rijden om bij hen langs te komen. En de veertigers er pas een uur later zouden komen. Gelukkig zijn er ook vroegelingen die al voor hun huis zitten. Al snel duiken ineens hele groepen militairen op het parcours. Vanaf rechts voegen ze 1 voor 1 in. Die mensen brengen ook een hoop sfeer met zich mee. In volle bepakking hebben ze al 3 dagen afgelegd. Vandaag mogen ze zonder in verband met de hitte. Ze lopen nog steeds in hun mars tempo. Groep voor groep haal ik ze in. Terwijl zij hun marsliederen zingen. Als je goed luister zit daar elke keer een grap in. In 1 van de groepen merk ik op dat een dame het moeilijk heeft. Sleurend en zuchtend en met parels op haar gezicht stampt ze door. De militairen om haar heen trekken haar er letterlijk door heen. ‘Kom op, alleen vandaag nog’, ‘Samen uit, samen thuis’, ‘We doen dit samen, je bent niet alleen’ zijn verschillende termen die ik hoor van ze. Ik rol er rustig aan voorbij. Ze lopen soms ook 2 groepen breed. Geen ruimte voor mij om er langs te gaan. Geduldig rijd ik er dan langzaam achter / naast. Zodra het wordt opgemerkt roepen ze naar elkaar om ruimte te maken. ‘Rolstoel links’, ‘Wheelchair coming through!’, ‘Rolstuhl am links’ gevolgd door aanmoedigingen en applaus vanuit de militaire groep en af en toe de vraag of het lukt en ze me niet moeten helpen. Zij gaan ineens ook weer van de route af en slaan rechtsaf. 30 meter verderop zit een ouder stel voor de camper en vraagt zicht teleurgesteld af of de militairen daar niet langs komen. Waarop ik ze nog net weet te vertellen dat ze iets terug inderdaad afslaan naar hun eigen route. In Cuijk verwacht ik 1 groot feest. Maar ook daar lijken er nog een hoop niet wakker te zijn. Een kleine aanmoediging vanuit enkele lokale cafés waar de een aan de koffie zit en zijn buurman aan een biertje, helpen toch wel weer. Kort daarna volgt de ponton brug. De militairen staan er nog bovenop en het is nog redelijk rustig. Ik maak snel een foto en rijd er overheen. Best bijzonder dit. Ik kijk eens naar de klok en verhoog mijn tempo een beetje. Moet toch proberen om op de kruising te zitten voor Sven en Linsey daar aankomen. De Via Gladiola duikt op. Ineens zitten er toch wel veel mensen langs de kant. Juichend en applaudisserend. Over deze vlakke asfaltweg probeer ik zo snel mogelijk bij de streep te komen om op tijd voor Sven en Linsey op de kruising te kunnen zijn. Ik zwaai dan ook maar even kort naar Sven zijn moeder, mijn schoonzusje en de andere toeschouwers die daar voor ons zitten. 2 kilometer voor de streep is een klein brugje, de weg is daar nog gewoon vlak, maar mijn voorwiel begint in eens te klapperen. Dat remt zo ongelooflijk hard dat ik niet sneller dan 3-4 kilometer per uur meer kan rollen. Tergend langzaam probeer ik door te gaan, want opgeven is natuurlijk nu uit den boze. Een toeschouwer schiet op mij af en vraagt of ik iets van gereedschap mee heb. Dat zit gelukkig standaard bij de stoel. Hij draait mijn stoel om en mijn voorwiel lijk wel afgebroken. Hij kijkt technisch en in voel me even lullig op dat moment. Het voorwiel gaat eraf. Het blijkt dat het wiel versteld kan worden en op dat punt is losgetrild. 1 schroef! Ik krijg weer hoop dat ik snel verder kan. De beste man lost het euvel op en ik krijg van zijn vrouw nog een gladiool. Vervolg mijn route in 1 lange sprint en ben om 10.16 uur binnen. Op datzelfde moment trilt mijn telefoon, berichtje van Linsey waarom ik nog niet op de kruising ben. Zij zijn er dan al wel. Ik haal mijn kruisje op en race via een woonwijk terug naar de kruising waar ze inderdaad al zitten. Knuffels en felicitaties volgen, want we hebben het allemaal gehaald. Wanneer zij hun laatste meters maken blijf ik op de kruising zitten en geniet nog even van andere wandelaars die nog moeten finishen. Nu geef ik het applaus. Daarna mogen we naar huis…
Wat een fantastische week. Thuis bekijken we alle uitzendingen van ‘Het gevoel van de vierdaagse’ en TV Gelderland terug. In 1 van de video’s wordt Ronald (de eerste finisher / die snelle rolstoeler) geïnterviewd. Hij was te vroeg bij de ponton brug en is door zijn ex-collega’s naar de overkant gebracht met de speedboot. Hij was zelf ook militair, maar door een bermbom zijn benen verloren. Er wordt hem vervolgens gevraagd wat er nou zo bijzonder is aan de 4daagse. ‘Elke is weer anders’ is zijn antwoord. ‘En wat maakt deze dan bijzonder?’ waarop hij antwoordt dat er het jaar ervoor een jongen was in een rolstoel die hem had gesproken en had gezegd ‘oh kan dit ook?’. ‘Die jongen is er dit jaar ook bij en rijd nog steeds’. TV Gelderland – 4daagse live blog op 11.51 uur staat de video ‘Ronald was te vroeg’. Ik hoor dat en begrijp dat hij het over mij heeft. Hoe mooi om een indruk bij zo iemand achter te laten, terwijl juist hij mij motiveerde en inspireerde om dit te ondernemen. Volgend jaar weer? Wat mij betreft wel. Nu wil ik ook het kroontje op het kruisje! Heb er nu al zin in. Ben net een week thuis en droom nog steeds over alle indrukken van de 4daagse. De pijn is snel vergeten en het lijf is weer zo goed als hersteld. 15 tot en met 18 juli 2025, nog 354 dagen en een paar uur…